BRUISEND BRUSSELJean Absil (1893-1974)
3 Poèmes d’après Klingsor Fantaisie Rhapsodique op. 21 Victor Legley (1915-1994) Quatuor pour 4 violoncelles op. 16 Allegro energico Adagio Allegro giocoso Robert Darcy (1910-1967) Eerste kwartet Lent-Gai et animé Modéré Animé Raymond Chevreuille (1901-1976) Quatuor op. 24 Allegro Chanson |
Brussel jaren 1930 moet niet onderdoen voor lichtstad Parijs. De stad is een culturele ontmoetingsplek waar vernieuwende ideeën in alle kunstvormen bruisen en kruisen. Aan het Flageyplein rijst de pakketboot van het nieuwe Radiohuis uit de grond. Magritte schildert Ceci n’est pas une pipe. Sergey Diaghilev en Les Ballets Russes wijden de tentoonstellingzalen van het door Victor Horta ontworpen nieuwe Paleis voor Schone Kunsten in.
Jean Absil wil zich als componist uitdrukken in het hier en nu. Hij luistert vol belangstelling naar componisten als Stravinsky, Bartok, Hindemith en Milhaud. Zijn aandacht wordt getrokken door zowel polytonale, atonale als seriële muziek. In 1937 richt hij de groep La Sirène op die hedendaagse Belgische componisten verenigt. Chevreuille en Legley zijn beiden actief aan het Nationaal Instituut voor Radio-omroep en bevinden zich zo in het hart van het Brusselse muziekleven. Ook Darcy slorpt alle verscheidene invloeden op die tot uiting komen in zijn vaak complexe maar steeds elegante taal. Deze componisten delen een nieuwsgierigheid en open geest. Ze doorlopen verschillende creatieve fases om uiteindelijk een eigen stijl te ontwikkelen, waarin ze een evenwicht vinden tussen de muzikale invloeden van hun tijd en hun persoonlijke expressie. Alle werken werden geschreven op vraag van toen actieve cellokwartetten. Het illustreert een blik gericht op de toekomst van zowel de componisten als de uitvoerders. |
In the 1930s, Brussels had no reason to envy Paris, the City of Light. The city was a cultural crossroads where innovative ideas in all art forms flourished and intersected. On the Flagey Square, the boat-shaped building of the new Radio House rose from the ground. Magritte painted Ceci n’est pas une pipe. Sergey Diaghilev and the Ballets Russes inaugurated the exhibition halls of the new Palace of Fine Arts, designed by Victor Horta.
Jean Absil sought to express himself as a composer in the here and now. He listened with great interest to composers such as Stravinsky, Bartok, Hindemith, and Milhaud. His attention was drawn to polytonal, atonal, and serial music alike. In 1937, he founded the group La Sirène, bringing together contemporary Belgian composers. Chevreuille and Legley were both active at the National Institute for Radio Broadcasting, placing them at the heart of Brussels’ musical life. Darcy also absorbed all these varied influences, which are reflected in his often complex yet always elegant musical language. These composers shared a curiosity and an open mind. They went through various creative phases, ultimately developing their own style in which they struck a balance between the musical influences of their time and their personal expression. All the works were written at the request of cello quartets active at that time. They illustrate a forward-looking vision, both for the composers and the performers. |
Dans les années 1930, Bruxelles est un lieu où les idées novatrices dans toutes les formes d’art se rencontrent et se croisent. Sur la place Flagey, le paquebot de la nouvelle Maison de la Radio s’élève. Magritte peint Ceci n’est pas une pipe. Sergey Diaghilev et les Ballets Russes inaugurent les salles d’exposition du nouveau Palais des Beaux-Arts, conçu par Victor Horta.
Jean Absil souhaite s’exprimer en tant que compositeur dans le présent. Il écoute avec grand intérêt des compositeurs tels que Stravinsky, Bartok, Hindemith et Milhaud. Il s’intéresse aussi bien à la musique polytonale, atonale que sérielle. En 1937, il fonde le groupe La Sirène, qui réunit des compositeurs belges contemporains. Chevreuille et Legley, pour leur part, sont actifs à l’Institut National de Radiodiffusion et se trouvent ainsi au cœur de la vie musicale bruxelloise. Darcy absorbe également toutes ces diverses influences, qui s’expriment dans un langage souvent complexe mais toujours élégant. Ces compositeurs partagent une curiosité́ et un esprit ouvert. Ils traversent différentes phases créatives pour finalement développer un style propre, où ils trouvent un équilibre entre les influences musicales de leur époque et leur expression personnelle. Toutes les œuvres ont été écrites à la demande de quatuors de violoncelles actifs à cette époque. Elles illustrent une vision tournée vers l’avenir, aussi bien pour les compositeurs que pour les interprètes. |